Historiek
Het Mariahuis heeft een rijke geschiedenis waarin zorg en begeleiding van kinderen en jongeren altijd centraal hebben gestaan. De zorg en begeleiding van jongeren en hun gezin en/ of context blijft ook nu nog altijd centraal staan.
Tweede helft 18de eeuw – 1964: de wortels van onze organisatie
Drossaard Hollanders had één zoon Mathias, maar nadat diens vrouw op jonge leeftijd stierf, bleef die kinderloos achter. Tot zijn dood woonde hij op het kasteeldomein samen met zijn dienstknecht Arnold Dompas, die hij de raad gaf te trouwen en tot groot ongeloof van ieder in Alken ook tot enige erfgenaam maakte. Een generatie later zou ook het kasteel de naam Dompas krijgen. Uiteindelijk erfde Eduard Dompas (1860 – 1918) als kleinzoon van de toenmalige dienstknecht het kasteel en werd hij op latere leeftijd edelman door zijn huwelijk met Maria de Corswarem.
Ondertussen groeide onder impuls van kanunnik Xavier Temmerman een Annuntiatengemeenschap in Heverlee. De twee dochters en overigens enige kinderen van Eduard Dompas en Maria de Corswarem besloten na de dood van hun vader, in 1918, toe te treden tot de bloeiende rooms-katholieke Congregatie van de Zusters Annuntiaten van Heverlee, waarbij zij hun volledige erfenis schonken aan de orde.
Mariahuis vzw ontleent haar naam aan deze orde, die ook wel gekend is als de Zusters van de Tien Deugden van Maria. Het is een kloosterorde voor religieuze vrouwen die zich vanuit de annunciatie aan de maagd Maria vooral richt op Mariaverering. Zo stelden de zusters Annuntiaten van Heverlee zich ten dienste van de samenleving, geïnspireerd door de dienstbare houding van Maria in het evangelie en gevolg gevend aan de oproep van kanunnik Temmerman. In het bijzonder de opvoeding en het onderwijs van meisjes ouder dan 12 jaar stond toen centraal, omdat er in die tijd voor hen bijna geen mogelijkheden waren om te studeren. Gaandeweg werd het pedagogisch charisma van kanunnik Temmerman verrijkt met de assisterende opvoedingsstijl en de preventieve opvoedingsmethode van Don Bosco.
Kasteel Dompas zou uiteindelijk nog vele jaren dienst doen als klooster voor de orde en weeshuis voor enkele tientallen arme jongeren uit de streek. Een onwaarschijnlijke erfenis en een gulle schenking hebben zo het begin van onze voorziening ingeluid.
1965 - 1980: De fundamenten daveren
De wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming leidde ertoe dat het weeshuis een voorziening voor bijzondere jeugdzorg werd, met voldoende capaciteit voor de opvang van maar liefst 45 jongeren. De voorziening werd geleid door zuster Alberthe Eertmans, alias “Moeke”, die gevolg gaf aan de nieuwe inzichten omtrent “het beschermen van de jeugd” en daardoor gaandeweg ook aanspraak kon maken op subsidies door de erkenningsvoorwaarden te onderschrijven. Dit leidde tot de introductie van “Tantes”, oftewel de eerste vrouwelijke professionele begeleidsters. Tot het midden van de jaren ’70 konden vrouwelijke medewerkers enkel in dienst blijven tot het moment dat ze trouwden. De eerste “Tante” die wel aan de slag mocht blijven na haar huwelijk, heeft uiteindelijk nog tot november 2018 als leefgroepsbegeleidster in de huidige vzw gewerkt.
Ondanks terugkerende subsidies begon de organisatie van hulp- en dienstverlening financieel te wegen op de kloosterorde. In het begin van de jaren ’70 gaven de Zusters Annuntiaten daarom Caritas Catholica Belgica (nu Caritas in Belgium) de opdracht om op zoek te gaan naar een aantal plaatselijke notabelen die de voorziening onder bepaalde voorwaarden konden overnemen. Op 18 februari 1972 werd de huidige vzw opgericht, met als voorzitter ridder François de Schaetzen en ondervoorzitter Elsa Vandebos die deze opdracht vele tientallen jaren met hart en ziel zouden uitvoeren. Het kasteeldomein werd voor een symbolische Belgische Frank overgedragen aan de nieuwe vzw, maar erfde door jarenlange schaarse middelen een onderkomen, zelfs bouwvallig gebouw, waardoor men zich genoodzaakt zag om het kasteel spoedig te verlaten.
De pas samengestelde Raad van Bestuur zamelde onder impuls van de voorzitter en ondervoorzitter in de ruime omgeving voldoende middelen bijeen om op het kasteeldomein een paviljoen op te richten. Hoewel de continuïteit van hulpverlening dan wel verzekerd werd, daalde de capaciteit drastisch van 45 naar 15 jongeren. Het met beperkte middelen inderhaast opgerichte paviljoen vertoonde echter al gauw barsten in de muur. Ondertussen verloederde het kasteel verder en was ook dit gebouw niet meer bewoonbaar. Tot overmaat van ramp startte in 1978 de aanleg van de N80, de expresweg Hasselt – Sint-Truiden. Het domein van Mariahuis vzw lag vlak naast het uitgetekende tracé en zou na de werken gekneld geraken tussen de expresweg en de spoorweg, wat allesbehalve een veilige, leefbare en kansrijke omgeving zou zijn voor het opvangen en begeleiden van kwetsbare kinderen en jongeren. De overheid ging dan ook akkoord om de vzw te onteigenen. Met die middelen werd er in hetzelfde dorp op een perceel van meer dan 1 hectare een gebouw opgericht dat aangepast was aan de noden van de organisatie en haar doelpubliek. Op deze locatie (Sint-Jorisstraat 41, 3570 Alken) is leefgroep Que(e)ste nog steeds gevestigd en heeft Mariahuis vzw er haar maatschappelijke zetel. Het roemruchte kasteel Dompas werd begin de jaren ’80 gesloopt om plaats te maken voor de aanleg van de N80.
1981 - 2023: Streven naar een organisatie met voldoende schaalgrootte
Doorheen de jaren groeide het besef dat het wel erg kleinschalige karakter van de organisatie haar voortbestaan bedreigde. In 1999 gaf de Raad van Bestuur de interne stuurgroep Q het mandaat om na te gaan hoe we Mariahuis vzw een toekomstperspectief konden bieden waarbij er sprake was van meer slagkracht, voldoende middelen en specifieke expertise om haar maatschappelijke opdracht met succes te vervullen. Een intensieve denkoefening leidde tot de keuze om een organisatie te worden met voldoende schaalgrootte. Schaalvergroting was nooit een doel op zich, maar eerder een middel om te streven naar een verder gedifferentieerd en kwaliteitsvol aanbod, een betere geografische spreiding en een optimalisatie van de organisatiestructuur en -processen.
Mariahuis vzw wilde de gewenste schaalgrootte bereiken door het indienen van een aanvraag tot uitbreiding. De eerste 3 pogingen mislukten, waardoor de capaciteit pas in 2009 steeg van 14 naar 25 begeleidingsdossiers. Sinds de uitbreiding is er sprake van 2 leefgroepen. In de bestaande leefgroep Queeste werd in het vermelde jaar meteen 1 bijkomende plek voor meisjes en jongens tussen 0 en 18 jaar gecreëerd, terwijl ondertussen alles op alles gezet werd om in de nieuwe leefgroep Equipe met een erkenning categorie 1 Bis (Dorpsstraat 56, 3730 Hoeselt) verblijf mogelijk te maken voor 10 meisjes tussen 12 en 18 jaar uit een verontrustende opvoedingssituatie. Het gebouw in Hoeselt, een voormalig klooster, vroeg nog om beperkte verbouwingswerken alvorens we er begeleidingstrajecten op maat konden aanbieden. Terwijl we in leefgroep Queeste residentiële opvang bieden aan kinderen en jongeren die (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen omwille van een verontrustende opvoedingssituatie, hebben we in leefgroep Equipe ervaring opgebouwd in het begeleiden van meisjes met meervoudige en complexe problemen. In beide leefgroepen is er bijzondere aandacht voor de verbinding met en ondersteuning van het gezin en het sociale netwerk. Vanaf het moment dat beide leefgroepen operationeel waren, hebben we geïnvesteerd in het (verder) uitbouwen van één identiteit, een gezamenlijke visie en een gericht aanwervings- en personeelsbeleid, met voldoende regelruimte om op beide locaties eigen accenten te leggen die toelaten om een verbindend leer- en leefklimaat te creëren, oplossings- en krachtgericht te werken en zorg op maat te bieden.
In 2016 volgde een tweede uitbreiding, die gefinancierd werd met projectmiddelen van de provincie Limburg. Dit project, met als centrale thema de relatie “wonen-zorg”, had bijzondere aandacht voor de doelgroep van jongvolwassenen. Het liet Mariahuis vzw toe om 3 studio’s op te richten in Alken en Hoeselt, waardoor er meer hulpcontinuïteit gegarandeerd kon worden in de transitiefase naar volwassenheid. Onze organisatie zou hiermee gevolg geven aan de aanbevelingen uit het later gepubliceerde Actieplan Jongvolwassenen (Agentschap Jongerenwelzijn, 2017) waarin opgeroepen werd dat het aanbod voor jongvolwassenen dermate georganiseerd moest worden dat zij bij uitstroom uit de jeugdhulp zo maximaal mogelijk over de kennis en vaardigheden beschikken om hun eigen weg te vinden. De realiteit is dat beide leefgroepen geen permanente verblijfsplaats zijn, maar eerder een relevante schakel in trajecten op maat. Om het tijdelijke karakter van de verblijfsfunctie te accentueren, bieden wij er vertrektraining aan voor adolescenten. De jongeren doorlopen enkele fasen, met als doel hen te begeleiden naar een langdurige en stabiele woonsituatie waarbij gestreefd wordt naar een maximale integratie in de maatschappij. Stapsgewijs komen zij los van het leefgroepsgebeuren. De uitbreiding liet toe om jongeren na de keukenfase (zelfstandig leren koken) en de oefenstudio (oefenen in zelfstandigheid, maar nog slapen op hun eigen kamer), te laten doorstromen naar een studio die het echte leven nabootst. In 2017 werd de eerste studio opgericht in Alken, in 2018 en 2019 werden er nog twee bijkomende studio’s gerealiseerd in Hoeselt. Hoewel de studio’s verbonden zijn aan de leefgroep, beschikken ze allen over een eigen ingang, waardoor jongeren er de laatste stappen zetten alvorens ze op hun eigen benen staan.
Onze hulp- en dienstverlening gaat echter verder dan ons Huis van Maria, waarbij we ernaar streven om (relationele) hulpcontinuïteit te bieden tijdens alle scharniermomenten en op alle levensdomeinen. Sinds het begin beschikt Mariahuis vzw immers ook over 3 modules Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen. We bieden 3 jongeren die (pas) alleen wonen integrale, vraaggerichte en aanklampende hulpverlening aan op alle levensdomeinen waarbinnen (nog) uitdagingen liggen. In samenspraak met de jongere geven we een ondersteuningsplan vorm. De begeleid(st)er die emotionele steun en praktische hulp biedt, maar ook fungeert als bruggenbouwer, komt wekelijks langs om de jongere verdere stappen te laten zetten.
We streven er dus naar om zo lang als nodig is vast te houden, maar beseften gaandeweg dat indien we werkelijk breuken in de hulpverlening willen vermijden en duurzame resultaten willen nastreven, er nood is aan iemand waarop kinderen, jongeren en hun gezinnen doorheen het volledige traject kunnen terugvallen. In 2023 implementeerden we trajectbegeleiding, om te streven naar meer samenhang en perspectief binnen trajecten. Continuïteit of trajectbegeleiding is het integraal, complementair en zo naadloos mogelijk inzetten van de hulp die gewenst, overeengekomen en/of noodzakelijk is. Continuïteit gaat verder dan het differentiëren van het hulpaanbod, het tijdig bij- en zo nodig afschakelen en het verzekeren van nazorg, maar vraagt ook om aandacht voor relationeel en verbindend werken met kinderen, jongeren en hun gezinnen. Het is de goede relatie tussen hulpverlener en hulpvrager die mee het verloop van de hulpverlening en het succes op continuïteit bepaalt. Om passende hulpverlening te bieden, kunnen kinderen, jongeren en hun gezinnen voortaan in iedere begeleiding terugvallen op een trajectbegeleid(st)er die gedurende het volledige hulptraject hun eerste aanspreekpunt is en het overzicht bewaart, hun (wijzigende) behoeften kent en hierop verbindende antwoorden kan vinden, waardoor (relationele) continuïteit en coördinatie in hulptrajecten verzekerd kan worden. Trajectbegeleiding is een continu proces, met bijzondere aandacht voor scharniermomenten en alle levensdomeinen, waarbij de regie en het eigenaarschap bij het kind, de jongere en zijn of haar gezin liggen en we maximaal netwerkversterkend werken.
In 2023 is Mariahuis vzw, een private initiatiefnemer die door het agentschap Opgroeien erkend is als organisatie voor jeugdhulp, actief in Zuid-West (leefgroep Queeste in Sint-Joris, Alken) en Zuid-Oost (leefgroep Equipe in Hoeselt) Limburg. We zijn nog steeds een kleinschalige voorziening met een overwegend residentieel hulpaanbod voor 25 kinderen, jongeren en hun gezinnen. 22 jongeren kunnen tijdelijk verblijven in een leefgroep of beroep doen op kamer- en studiotraining, terwijl 3 jongeren ambulant begeleid worden door middel van de module Contextbegeleiding in functie van autonoom wonen.